De olieprijs lijkt het dieptepunt voorlopig voorbij. Krimpende voorraden van niet-OPEC-leden en ,,verstoringen" binnen het verbond van
olie-exporterende landen zorgen er volgens oliedenktank IEA voor dat de wereldwijde overvloed tanende is.
Het IEA rekende vrijdag voor dat de productie van niet-OPEC-leden dit jaar met 750.000 vaten per dag afneemt. Dat zijn 150.000 vaten meer dan eerder geraamd. Daarnaast krimpt de productie van Irak en Nigeria, die wel tot de OPEC behoren. Ook stijgt de productie van Iran minder snel dan gedacht. Dat land is hard bezig zijn export van olie op te voeren na het wegvallen van de westerse sancties.
,,Licht aan het einde van een donkere tunnel", concludeert het IEA, dat daarbij aantekent dat de marktwerking haar werk heeft gedaan, mede door de forse krimp in investeringen.
De olieprijzen staan ondertussen 50 procent boven het dieptepunt van half januari. De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg vrijdagmorgen 2 procent naar 38,60 dollar. Brentolie werd bijna 2 procent duurder en kostte 40,75 dollar per vat. Daarmee is olie nog altijd bijna drie keer goedkoper dan voor de enorme daling die medio 2014 inzette.