DEN HAAG (ANP) - Het Openbaar Ministerie neemt uiterlijk eind dit jaar een beslissing over het wel of niet voor de rechter brengen van voormalig ING-topman Ralph Hamers. Dat werd bekend tijdens een kort geding dat financieel activist Pieter Lakeman had aangespannen tegen de Staat, als vertegenwoordiger van het OM. Lakemans Stichting Onderzoek Bedrijfsinformatie (SOBI) neemt hier geen genoegen mee en wil dat het OM Hamers al sneller dagvaardt, al is de aanvankelijk geëiste deadline van 1 november "niet heilig".
Het gerechtshof bepaalde na procederen van Lakeman eind 2020 dat het OM Hamers toch moet vervolgen voor zijn rol in het witwasschandaal bij ING, waarvoor de bank in 2018 voor 775 miljoen euro schikte met het OM. De aanklagers gaven aanvankelijk aan geen grond te zien voor vervolging van individuele ING-medewerkers. Het gerechtshof oordeelde twee jaar later dat de top van ING op de hoogte was van het falende beleid rond witwassen en dat onvoldoende werd gedaan om het toezicht te verbeteren, waardoor het OM alsnog moest overgaan tot vervolging.
Daarop startte het OM een onderzoek naar Hamers en hoorde tientallen getuigen, maar volgens Lakeman duurt dit onderzoek te lang. Meerdere feiten dreigen te verjaren en bij een deel is dat al gebeurd. Daarom wil de activist niet wachten tot het OM later dit jaar beslist of het voldoende bewijs heeft voor een rechtszaak tegen Hamers, maar wil hij dat Hamers eerder voor de rechter moet verschijnen.