De overheidsschuld kwam aan het einde van het eerste kwartaal uit op 59,6 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Het is voor het eerst in zes jaar dat de schuld lager is dan de Europese norm, van 60 procent van het bbp. Dat meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vrijdag.
De schuld werd verlaagd door een overschot op de
begroting en door opbrengsten uit het verminderen van financiële bezittingen. De Europese Unie hanteert als norm dat de overheidsschuld aan het eind van een kalenderjaar niet hoger mag zijn dan 60 procent van het bbp of daar naartoe moet bewegen. Eind 2016 bedroeg de schuldquote nog 61,8 procent, aldus het CBS.
De daling van schuld komt overeen met bijna 12 miljard
euro. Hiermee komt de schuld eind maart uit op bijna 423 miljard euro, oftewel bijna 25.000 euro per
Nederlander. Het Centraal Planbureau (CPB) raamt voor eind 2017 een overheidsschuld van 58,5 procent van het bbp in zijn raming van juni.