Pensioenfondsen lijden enorme verliezen, maar de dekkingsgraad stijgt. Hoe kan dat?

Economie
vrijdag, 20 oktober 2023 om 10:18
anp 436159742

De beleggingsportefeuilles van de vijf grootste Nederlandse pensioenfondsen verloren in het derde kwartaal van dit jaar maar liefst 36 miljard euro aan waarde. Vooral door de stijgende rente verdampte een ontzagwekkende hoop geld, maar toch zijn de fondsen goedgeluimd.

De stemming is positief bij Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP), Pensioenfonds Zorg & Welzijn, PMT (metaal & techniek), PME (metaal & tech) en Bpf Bouw. “Wij schrikken niet van een slecht kwartaal”, zegt een woordvoerder van ABP tegen De Telegraaf, nadat ze in de laatste drie maanden 17,5 miljard euro aan vermogen zagen verdampen.

Allemaal wijzen ze naar de gestegen rente als boosdoener. “Wij beleggen voor ruim 43% in vastrentende waarden. Dat betekent dat we een rentestijging voelen in onze portefeuille. Een deel van het risico ervan kunnen we afdekken, maar niet volledig”, aldus directeur Bpf Bouw David van As.

Vastrentende waarden zijn beleggingen met vaak een laag risico. Denk bijvoorbeeld aan obligaties: dat zijn leningen met een bepaalde looptijd en een periodieke rente. “Als de rente stijgt, dan worden die vastrentende waarden minder aantrekkelijk voor beleggers en zakken ze in waarde”, legt Loranne van Lieshout van adviesbureau Ortec Finance uit.

De dekkingsgraad wordt berekend met het vermogen van een fonds, maar ook met een rekenrente, die is afgeleid van de marktrentes. Hoe hoger de rente, hoe minder geld een pensioenfonds in huis hoeft te hebben om in de toekomst de pensioenen uit te kunnen keren.

“Ik snap dat dat een beetje raar klinkt”, vertelt de ABP-woordvoerder. “Maar wij maken onze deelnemers wel duidelijk dat de situatie ondanks de verliezen toch verbeterd is.” Ook bij Bpf Bouw gaat de vlag uit, ondanks de dieprode cijfers. “We hebben een dekkingsgraad van 128%, dus de stemming is zeer positief.”

Bron(nen): De Telegraaf