Het aantal verkochte nieuwbouwwoningen is in het eerste kwartaal van dit jaar gestegen met 34 procent tot 4400 vergeleken met dezelfde periode vorig jaar. De prijzen van deze woningen stegen met 1,4 procent, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), op basis van eigen cijfers en die van het Kadaster en het Europese statistiekbureau Eurostat.
Daarmee stegen de prijzen van nieuwbouwwoningen minder snel dan die van bestaande koopwoningen, die 3,8 procent duurder werden. De gemiddelde verkoopprijs van nieuwbouwwoningen bedraagt volgens de laatste gegevens 493.000 euro. Dat is iets minder dan de 499.000 euro in het laatste kwartaal van vorig jaar.
Volgens het CBS waren de huizenprijzen van nieuwbouw en bestaande koopwoningen samen in het eerste kwartaal 3,6 procent hoger dan een jaar eerder. In negentien lidstaten van de Europese Unie was de prijs in het afgelopen kwartaal hoger dan een jaar eerder. "Polen is de grootste stijger met 18 procent, in Luxemburg daalden de prijzen het hardst met bijna 11 procent", aldus het statistiekbureau. Ook in onder meer Duitsland (min 6 procent) en Frankrijk (min 5 procent) daalden de prijzen relatief sterk. Naast Polen werden ook woningen in Bulgarije (plus 16 procent), Litouwen (plus 10 procent) en Kroatië (plus 9 procent) aanzienlijk duurder.
De Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM) maakte vorige week bekend dat de huizenprijzen in Nederland nog nooit zo hoog geweest als afgelopen kwartaal. De huizenprijzen gingen in het tweede kwartaal met 7,2 procent omhoog vergeleken met het eerste kwartaal van dit jaar. De NVM noemde dit een "uitzonderlijke" toename. Sinds het begin van de metingen in 1995 is dit maar een keer eerder gebeurd. Ten opzichte van het tweede kwartaal van 2023 zijn de prijzen met 13,6 procent nog sterker gestegen.