Om de ongelijkheid te bestrijden wil de Spaanse minister van Arbeid, Yolanda Díaz, iedere jongere op 18-jarige leeftijd 20.000 euro geven om te besteden aan studie, training of het opzetten van een bedrijf.
Het voorstel zou ongeveer 10 miljard euro kosten en gefinancierd moeten worden door meer belasting te heffen op de hogere inkomens. Het plan moet overigens worden beschouwd in het licht van aanstaande verkiezingen op 23 juli, maar is desalniettemin bloedserieus.
Gelijke kansenHet platform van Díaz, Sumar genaamd, wil met het idee 'gelijke kansen' waarborgen, ongeacht iemands familieachtergrond of verdiensten. Het bedrag wordt uitbetaald tussen 18- en 23-jarige leeftijd en de jongeren krijgen begeleiding om hen te helpen studeren of hun eigen bedrijf op te zetten.
"Het gaat erom jongeren een toekomst te geven en hen de kans te bieden om te studeren of een bedrijf te starten zonder afhankelijk te zijn van hun achternaam of de familie waar ze vandaan komen," aldus Díaz tijdens een bijeenkomst van buitenlandse correspondenten in Madrid op woensdagmiddag.
"Daarom stellen we voor dat mensen 20.000 euro krijgen als ze 18 worden, zodat ze zich kunnen ontwikkelen, of dat nu door studie is of door het opzetten van een bedrijf. Dat staat er op het spel op 23 juli."
Alle SpanjaardenDíaz bevestigde dat deze 'universele erfenis' beschikbaar zou zijn voor alle jonge Spanjaarden, ongeacht hun economische omstandigheden, en gefinancierd wordt door belasting te heffen op mensen die meer dan 3 miljoen euro per jaar verdienen. Dit kost naar schatting 0,8 procent van het bbp van Spanje.
De minister, die opgroeide in een uitgesproken communistisch gezin, zei dat ze haar eigen dromen om arbeidsinspecteur te worden niet kon waarmaken omdat er niet genoeg geld was om jarenlang te studeren.
"Het zou ongeveer vijf jaar hebben geduurd om arbeidsinspecteur te worden in Spanje," zei ze. "Ik ben geen arbeidsinspecteur omdat ik de dochter ben van ouders uit de arbeidersklasse en ik mezelf dat nooit had kunnen veroorloven. Dit is een herverdelingsmaatregel die de jongeren van ons land een toekomst zal bieden, ongeacht hun achternaam."
KritiekHet voorstel heeft zowel aan de linker- als rechterzijde van het politieke spectrum in Spanje de wenkbrauwen doen fronsen. Nadia Calviño, de minister van Economie in de door socialisten geleide coalitieregering, vroeg zich af hoe het beleid in de praktijk zou werken.
Een woordvoerder van de conservatieve Partido Popular vindt dat de minister haar prioriteiten verkeerd heeft en stelt dat de overheid zich moet focussen op de problemen in Spanje. "27 procent van de bevolking loopt risico op sociale uitsluiting. De werkloosheid is de hoogste van Europa, gezinnen kunnen de eindjes nauwelijks aan elkaar knopen en zelfstandige ondernemers hebben moeite hun hoofd boven water te houden." Maar deze 'universele erfenis' zou daar natuurlijk juist tegen kunnen helpen.
Een dergelijk voorstel is al door meerdere mensen geopperd. In eigen land is Sander Schimmelpenninck groot voorstander. Hij
schreef in zijn boek Sander en de brug al dat iedere Nederlander op 25-jarige leeftijd 100.000 euro zou moeten krijgen, omdat erfenissen nu zo ongelijk verdeeld zijn. Dit kan worden gefinancierd door hogere belastingen op vermogens en door andere fiscale voordelen voor rijken af te schaffen.