Een typisch Drents dropje, een lokale kruidenbitter van de Veluwe of echte Friese stroop? Het klinkt gezellig lokaal, misschien ook authentiek en zelfs een beetje milieubewust, maar er klopt niet veel van, zo ontdekte
Keuringsdienst van Waarde.
Die dropjes komen uit Duitsland. Een Nederlands bedrijf plakt op ieder doosje een ander etiket: Friese kninekeutels, Veluwse konijnenkeutels of Drentse knienekeutels, het zijn dezelfde salmiaksnoepjes die overal in de souvenirwinkels liggen voor meer dan 4 euro per doosje. "Het is een knipoog naar de streek, een gimmick," aldus de maker van de etiketten. Een soort grapje dus.
Hetzelfde geldt voor de lokale likeurtjes, waarvan je hoopt dat ze door een kleine brouwer met ingrediënten uit de omgeving zijn gemaakt. Ook dat is een teleurstelling: een hele grote tank met kruidenbitter wordt verdeeld over dezelfde flessen. In de ene regio heet het een 'Twents slokje', in de andere een 'Texels bittertje'.
Nog erger is de bessensiroop uit de Betuwe, het land van Flipje waar al decennia lang jam wordt gemaakt van fruit uit de vele boomgaarden. Helaas komen de bessen uit Polen en wordt de Betuwse siroop gemaakt in Noord-Holland.
Dan is er nog de keukenstroop volgens beroemd Zeeuws dan wel Fries recept. Het is allemaal dezelfde stroop, gemaakt in Noord-Brabant. Alleen de verpakking is anders. En de prijs: de Friese stroop is 9 cent duurder.
Streekproductenexpert Marco Verspaandonk noemt het misleiding. "Je betaalt voor een teleurstelling in plaats van voor een eerlijk product.” Hij vindt dat de overheid met een keurmerk moet komen, maar feitelijk dient het voldoende zijn dat een producent verplicht is te vermelden waar een product gemaakt is.
Een streekwinkel zou zelf op het etiket moeten controleren of die likeur daadwerkelijk uit de regio komt en zo niet, dan zou hij voor een andere lokale, kleine aanbieder moeten kiezen. Maar dan is de winstmarge natuurlijk wel een stuk kleiner.
Bekijk
hier de hele aflevering.