De Britse economie presteert het slechtst in zeven jaar. Er is sprake van 0,2 procent krimp in het tweede kwartaal.
Hoewel de krimp eenvoudigweg kan worden verklaard door de Brexit, komen de tegenvallende cijfers voor economen toch onverwacht. Die hadden over het algemeen gerekend op stabilisering van de economie. Door de plotselinge krimp houden ze ineens rekening met de zwartste scenario's.
De oorzaak ligt bij de dreigende sluiting van autofabrieken, in de dienstensector en in de bouw. De Britse pond vond de nieuwe cijfers ook niet fijn en duikelde vanochtend naar beneden.
De slechte economische vooruitzichten maken de positie van Boris Johnson er niet beter op. De kersverse premier heeft al gezegd aan te blijven tot 31 oktober, ook als hij een motie van wantrouwen aan zijn broek krijgt. Dat is ongekend. "De laatste persoon die heeft geprobeerd wat hier wordt gesuggereerd, is koning Charles I. Dat leidde niet alleen tot de Britse burgeroorlog, maar ook tot het verlies van zijn hoofd. Ik geloof niet dat Johnson zich in een gelijkaardige positie wil plaatsen”, reageert Malcolm Rifkind, oud-minister van Margaret Thatcher en John Major.