De ene expert denkt dat de olieprijs nog veel verder gaat dalen, de ander ziet voor de lange termijn een voorzichtige stijging. Economen leggen op discussiesite uit waarom het zo lastig is om de olieprijzen te voorspellen. Christiane Baumeister en Lutz Kilian stellen om te beginnen dat er grofweg vier groepen zijn die verwachtingen hebben over olieprijzen: ten eerste consumenten die denken dat de prijs meebeweegt met inflatie. Ten tweede zijn er de centrale banken, die in hun modellen voor de korte termijn
kijken naar de
prijzen van termijncontracten voor toekomstige levering van olie. Beurshandelaren en marktanalisten, de derde groep, baseren hun voorspelling niet alleen op de prijzen van termijncontracten, maar ook op factoren zoals de politieke stabiliteit in het Midden-Oosten en de vooruitzichten voor nieuwe olievondsten. Tot slot heb je economen die kijken naar de algehele markt voor ruwe olie, de historische prijsontwikkeling en de wereldwijde conjunctuurcycli. Consumenten zijn logischerwijs de slechtste voorspellers. De experts doen het wat beter, maar nog altijd zitten ze er vaak naast. De reden is simpel: de olieprijs is zo voorspelbaar als de onderliggende factoren. En aangezien het lastig is om te voorzien wat er gaat gebeuren met bijvoorbeeld de Chinese economie, de stabiliteit van de Saoedische monarchie of de financiering van de Amerikaanse schalie-olieproducenten, blijft ook de toekomstige olieprijs een raadsel.