De meeste apparaten worden steeds goedkoper: televisies, fotocamera's, wasmachines. Maar dat geldt niet voor de smartphone. Sterker nog, Apple lanceerde onlangs de duurste telefoon ooit. Sinds 2010 is de prijs van een smartphone met 33 procent gestegen. Sinds 2015 ging de vraagprijs met 7 procent omhoog. De reden? Feitelijk gewoon het aloude economische principe 'het is wat een gek ervoor geeft'. Mensen zijn nog steeds bereid heel veel te betalen voor de aller nieuwste smartphone. Niet voor niets tuimelt de prijs van oudere modellen naar beneden. Dat maakt ook meteen duidelijk dat er op high-end smartphones een flinke marge zit. Zo weten we sinds Apple vanwege een rechtszaak tegen Samsung de cijfers heeft moeten openbaren, dat er op elke iPhone een winstmarge zit van maar liefst vijftig procent. De winst op Androidtoestellen ligt vermoedelijk een stuk lager. Een andere reden voor de hogere prijzen is simpelweg dat de prijs van interne opslag 80 cent per GB omhoog is gegaan, terwijl fabrikanten wel steeds meer opslag in hun telefoon stoppen. Er lijkt voorlopig geen eind te komen aan de stijging van de smartphoneprijzen. Sterker nog, met een Galaxy Note 8 van 999 euro en een iPhone X van 1.159 euro zijn we een nieuwe fase ingegaan, waarin een telefoon van rond de 800 euro ineens goedkoop lijkt. Maar vergeet niet dat er concurrenten zijn die voor veel lagere prijzen (bijna) net zulke goede telefoons maken.