Een inflatie van bijna 12 procent. Het gebeurde in Nederland voor de laatste keer in de jaren 70, waarna we een diepe recessie indoken. Gaat dat nu ook gebeuren,
vroeg NRC aan Jan Luiten van Zanden, hoogleraar economische geschiedenis aan de Universiteit Utrecht.
Hij vergelijkt: "Beide crises komen op een moment dat het best goed gaat met de economie. Er is nu herstel na de coronacrisis, en ook vijftig jaar geleden zat Nederland aan het einde van een hoge conjunctuurgolf die leidde tot lage werkloosheid. De krapte op de arbeidsmarkt was enorm, dus er was veel druk om de lonen te verhogen. Die krapte is er nu ook, maar de machtspositie van vakbonden is nu minder sterk. Werknemers vroegen toen om verhogingen van tien procent of meer, ‘centen in plaats van procenten’. Inkomensherverdeling stond heel hoog op de agenda."
De ECBToen was er nog geen euro, dat maakt het nu ook lastiger. "Er is de afgelopen jaren beleid gevoerd dat gunstig was voor het oplossen van problemen van zuidelijke landen, namelijk door de rentestand laag te houden. De ECB zal waarschijnlijk met een compromis komen, maar dat betekent dat het niet zal toekomen aan het laag houden van de inflatie, dus rond de 2 procent – de bestaansreden van de ECB.”
In de jaren 70 duurde het lang voor we uit een periode van stagflatie kwamen. "Lonen en prijzen bleven stijgen, de werkloosheid nam geleidelijk toe en de winstgevendheid van bedrijven stond onder druk. Begin jaren tachtig liep het uit de hand met een hele grote economische neergang. Dergelijke stagflatie zie ik nu en de komende tijd niet om zich heen grijpen. De winsten zijn hoog en de concurrentiepositie is nu niet zó verslechterd. Maar de inflatie is hoog, dus we zullen hoe dan ook door een soort van crisis gaan."
Of we toegaan naar een periode van normale inflatie, na jaren waarin de prijsstijgingen en rentes heel laag waren? "Ik denk eigenlijk van niet. Er zijn aanwijzingen dat de rentestand op de langere termijn ook dalend is. Dat heeft met beleid te maken, maar ook met de tendens in het kapitalisme. Er wordt veel gespaard, de arbeidsproductiviteit neemt bijna niet meer toe. Als dat waar is, wordt de rentestand niet meer 4 procent, maar hooguit 2 of 1,5 procent.”