Slakken zijn slijmerige, supertrage
weekdieren die je tuin kaalvreten. Maar een 'escargot' is ook nuttig,
lekker en gezond. In het Twentse Twekkelo weten ze er alles van.
Karin Schukkink runt een slakkenboerderij waar ze de diertjes kweekt.
“Wist je dat ze nu een winterslaap houden?”
Een jaar geleden kwam haar man Leon met
het wilde plan. Ze bestelden een doosje met zestig slakken, die per
post naar hun boerderij De Veldgeuver werden bezorgd. Nu zijn het er
meer dan tienduizend en draait de Twentse Slak Twekkelo op volle
toeren.
De Twentse slakken gaan hard
“We zijn eigenlijk nog maar net begonnen”, zegt Karin Schukkink tegen
het AD. “Vorig jaar was een experiment. Als het niks geworden was, hadden we ze met stille trom de deur uitgedaan.” Maar nu gaat het ineens heel hard.
Schukkink moest aanvankelijk 'een
beetje griezelen bij het idee' om slakken te eten. “Maar de smaak
heeft mij aangenaam verrast. Zelfs onze kinderen zijn enthousiast.”
De Twentse slak in ’n keukske’, een krokant bakje met een
klassieke slakfilet in kruidenboter, is de favoriet bij de Tukkers
aan de keukentafel. “Veel mensen vinden het charmanter als je de
slak opdient in zijn eigen huisje, maar dit is de topper bij onze
kinderen.”
Lage CO2-voetprint
Slakken zijn misschien wel het voedsel
van de toekomst. Ze zitten bomvol eiwitten en mineralen en ze zijn
caloriearm, als je ze tenminste niet in kruidenboter serveert”,
zegt de slakkenboerin. “Ze hebben een lage CO2-voetprint. Het zou
helemaal mooi zijn als ze ook restjes van de koeien eten, maar gras
verteren ze niet. We proberen ze zoveel mogelijk te voeren met wat
van ons eigen land komt. En verder eten ze de groenten die in de
supermarkt niet meer worden verkocht.”
Hoe zijn ze van zestig naar tienduizend
slakken gegaan binnen een jaar? “Slakken zijn tweeslachtig. Elk
dier legt tweehonderd eitjes onder de grond. Wist je dat ze al
geboren worden met een huisje op hun rug? En aan het einde van het
seizoen zijn ze in principe klaar. Wij vinden dat ze net iets meer
smaak en body krijgen als ze de winter doorkomen. Dus verwerken we ze
pas daarna. Op dit moment zitten ze in kistjes in een geïsoleerd
schuurtje. Bij vorst gaat het kacheltje vanzelf aan. Je neemt ze ook
niet in huis, toch?”, legt Schukkink uit.
Voorbereiding en bereidingswijze
“Eerst moet je ze nuchter maken. Dan
krijgen ze een paar dagen geen eten, zodat ze hum darmen leegmaken.
Dan kruipen ze in hun huisje en gaan ze in winterslaap. Je kookt ze
als ze in de winterstand staan. Ze weken los van de schelp en daarna
ontslijm je ze door het filetvlees twee uur in zout water te koken.
Dan zijn ze klaar. Ze kunnen terug in het huisje met kruidenboter of
in een krokant koekje. We hebben van alles uitgeprobeerd in het begin
en mensen laten proeven. Zo vinden de meesten ze het lekkerst”,
besluit de slakkenboerin.