Als je haar zo ziet zitten in de vroege ochtendzon, vlakbij één van haar vijgenbomen, kun je niet bevroeden dat deze bescheiden vrouw al 20 jaar bejubeld wordt voor haar werk. Saalumarada Thimmakka is naar eigen zeggen 101 jaar, is analfabeet en kon geen kinderen krijgen, maar schrijft evengoed geschiedenis als de vrouw die jaren geleden samen met haar man 284 vijgenbomen plantte en verzorgde. De
bomen omzomen een laan van 5 kilometer lang van Kudur tot Hulikal in de Indiase staat Karnataka. Ze heeft er haar naam aan te danken, want 'Saalumarada' betekent 'bomenrij' in de plaatselijke taal. Het verzorgen van zoveel bomen is geen lachertje. Thimmakka en haar man zagen de bomen als 'hun kinderen', die ze moesten beschermen tegen natuurelementen en dieren tot ze hun monumentale grootte bereikten. Het is voor een Indiase vrouw in een traditionele boerenfamilie ook niet makkelijk als je de schoonfamilie niet van nageslacht kunt voorzien. Ze werd behandeld als een voetenveeg en zwoegde werken van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat. Met haar man Bekal Chikkayya had ze het echter getroffen: hij stotterde en was jarenlang het mikpunt van spot, maar daardoor was hij gevoeliger dan de anderen. Na zijn dood moest ze afgezonderd in een hut gaan wonen, zoals dat gebruikelijk is in traditionele Indiase kringen. Thimmakka is inmiddels een levende legende. Vorig jaar is een
film gemaakt over haar leven: ''.