Tim Hofman wordt verweten dat hij teveel de linkse held uithangt, dat hij teveel deugt. In NRC zegt hij daarover: "Er is een angst en allergie ontstaan voor niet-onderdrukken. De cabaretier die zegt dat hij niets meer mag zeggen, is een cabaretier die gewoon voor het eerst kritiek krijgt. Hij vindt het vooral erg dat de ander nu ook wat mag zeggen. Die cabaretier moet niet zo zeiken. Rechts heeft de term woke gekaapt en nu is woke iets stoms. Deugen is iets stoms. Maar ik wil mij helemaal de tyfus deugen. Wat is daar mis mee?”
„Als ik mezelf teruglees op Twitter, dan kom ik seksistische grappen tegen, het n-woord, racistische stereotypering. Ik ben door die oude tweets gegaan, met in mijn achterhoofd: ‘Wat zijn de denkpatronen die ik heb of had?’ Als man, vanuit je mannelijke machtspositie, ben je ook verplicht om dat met je spiegelbeeld aan te gaan. Dat is een traject waarin je nooit uitgeleerd bent. Pijnlijk is dat ook. Ik denk dat ik in Luyendijks termen een flinke zevenvinker ben. Met een achtste vinkje voor mediamacht. Als ik een steen in de vijver gooi, ontstaat er een hele golfslag. En ik wil niet dat mensen uit gemarginaliseerde groepen daarin verzuipen. Ik wil dat er ergens een oude eik gaat wankelen.”