Veel Europese landen proberen momenteel niet kopje onder te gaan in de derde golf door strenge lockdowns en avondklokken in te stellen. Eén land blijft hardnekkig volhouden dat de boel écht op slot gooien niet nodig is. De cijfers spreken boekdelen.
We hebben het natuurlijk over Zweden, dat in het begin van de coronacrisis helemaal niets van een lockdown wilde weten, maar in het najaar toch bakzeil moest halen, toen de aantallen coronabesmettingen de pan uit rezen met een piek eind december, begin januari. Toen deden toch mondkapjes hun intrede, zij het enkel in zorginstellingen en op bepaalde tijdstippen in het openbaar vervoer. Na 20.00 uur mocht er geen alcohol meer worden verkocht. Het middelbaar onderwijs ging online verder en het aantal mensen dat mocht samenkomen werd beperkt.
Het hielp voor even. Vanaf half februari begon het aantal coronabesmettingen in Zweden weer op te lopen. Afgelopen vrijdag had het Scandinavische land relatief het hoogste aantal besmettingen van Europa. Met 13.621 coronadoden in totaal ligt het sterftecijfer hoger dan in alle andere Scandinavische landen bij elkaar. Dat was in zo'n uitgestrekt land met zo'n lage bevolkingsdichtheid niet nodig geweest.