Het regeringsvliegtuig heeft deze zomer zes retourtjes Nederland-Zuid-Europa gemaakt voor de vakantie van het koninklijk gezin. De koninklijke reiskosten bedroegen daardoor 85.000 euro. Dat berekende luchtvaartjournalist Menno Swart voor
Fact.
Omdat de koning met een eigen vliegtuig wil reizen zijn de kosten voor iedere reis twee maal hoger en de vervuiling ook; het toestel en de bemanning moeten immers ook weer terug.
De heenvlucht was op 8 juli. Voor de koning een enkele reis Athene, maar voor de bemanning van de
KLM een retourtje. Er was ook een koninklijk heen-en-weertje naar Pisa op zondag 14 augustus. In totaal zes vakantievluchten.
Het regeringstoestel heeft 15 uur en 10.748 kilometer gevlogen tijdens de vakantie. Op basis van het uurbedrag (uit de begroting van de koning) zijn de kosten 84.015 euro.
De koning heeft een budget van 880.000 euro per jaar voor tickets, privéjets en helikopters. Hij mag maximaal 80 uur vliegen met de PH-GOV.