Zoals bij zovelen in de VS begon de verslaving van acteur Matthew Perry, die zaterdag op 54-jarige leeftijd is overleden, met een doktersvoorschrift voor pijnstillers. Hij kreeg een jetskiongeluk tijdens filmopnames en had geen tijd om te herstellen, dus gaf de huisarts hem Vicodin.
Perry raakte al snel verslaafd aan de megasterke pijnstiller. "Als ik wakker werd was mijn eerste gedachte: ’hoe kom ik aan mijn dosis?’ Ik liep dokters af en loog over pijn en migraine. Ik ging zelfs woningen bezichtigen om bij mensen door hun medicijnkastjes te kunnen neuzen”, zei hij daar eerder over. Uiteindelijk slikte hij 55 pillen per dag.
Maar eerder al had hij een zwaar alcoholprobleem. Op de set van Friends dronk hij niet, maar toch hadden zijn collega's het door. Jennifer Anniston kwam naar hem toe. "Ze zei: ’Ik weet dat je drinkt. We kunnen het allemaal ruiken’. Vooral dat ’we’ deed pijn.” Zijn reactie: "Ik weet dat ik een probleem heb, maar ik weet niet precies wat ik er aan kan doen.”
Het lukte hem dan ook decennialang niet om af te kicken. In 2018 leek het hem wel te lukken, maar daarvoor moest hij wel eerst de dood in de ogen kijken. In dat jaar barstte zijn dikke darm en moest hij veertien operaties ondergaan. Hij lag twee weken in coma. Alleen de hart-longmachine hield hem in leven. Het ging de laatste jaren beter. Extra wrang dus dat hij nu, ogenschijnlijk clean, toch is overleden.