NASA heeft een ruimterobot getest in de meest op Mars lijkende omgeving die we hebben op aarde: de Chileense Atacama-woestijn. Daar zijn microben gevonden die kunnen helpen om buitenaards leven te vinden, zeggen wetenschappers. De rover heeft tot op 80 centimeter diepte samples uit de grond getrokken. Daarin zaten vreemde, hoogst gespecialiseerde microben die zich in vlokken bij elkaar bevonden. De opmerkelijke levensvormen hebben zich mogelijk zo ontwikkeld dat ze met de zeer gelimiteerde hoeveelheden water en voedingsstoffen in de grond toch in leven konden blijven. De Marslander blijkt niet alleen uitstekend in staat om te zoeken naar potentieel leven op Mars, maar heeft ook voor het eerst zeer robuuste microben ontdekt, zoals die zich mogelijk ook op de rode planeet bevinden. De bevindingen helpen bij het zoeken naar tekenen van leven op Mars. Alleen al het feit dat dergelijke microben zich onder het oppervlak van de aarde verborgen houden is een doorbraak vinden de onderzoekers. Yale-professor Stephen Pointing zei in een verklaring: "We hebben micro-organismen ontdekt die aangepast zijn aan zeer hoge zoutniveaus vergelijkbaar met die in de grond van Mars. Ze zijn heel anders dan wat we eerder onder het oppervlak in woestijnen vonden." "Deze ontdekking is belangrijk omdat de meeste wetenschappers het erover eens zijn dat leven op Mars zich diep onder het oppervlak schuil houdt om zo te ontsnappen aan de hardvochtige omstandigheden bovengronds. De straling, lage temperaturen en het gebrek aan water maken het leven daar onmogelijk." De tests van de Marsrover maken ook duidelijk dat het leven zich in groepjes bij elkaar bevindt. "Deze resultaten bevestigen de ecologische basisregel dat leven samen klontert als het in extreme omstandigheden moet overleven. Dit is een signaal dat dat op andere planeten ook zo zal zijn," aldus co-auteurs Nathalie Cabrol en Kim Warren-Rhodes van het SETI Institute.