Alle kinderen van 2 tot 4 jaar moeten 16 uur per week naar de kinderopvang kunnen, ook als hun ouders niet werken. Dat is het op de vraag van het kabinet hoe kinderopvang ouders zo goed mogelijk kan ondersteunen bij hun werk en kinderen bij een brede ontwikkeling. Daarnaast wilde het kabinet laten onderzoeken welke sociaaleconomische effecten de gewenste hervormingen zouden hebben en in hoeverre werkgevers bereid zouden zijn om hieraan mee te betalen. De SER stelt dat er voldoende opvangmogelijkheden moeten zijn, zodat alle kinderen 16 uur naar de opvang kunnen. Dit zou enerzijds goed zijn voor de kinderen, omdat het bijdraagt aan hun ontwikkeling en mogelijke achterstanden kan wegwerken. Op die manier worden kinderen optimaal voorbereid op de basisschool. Anderzijds zou het ook de economie ten goede komen, omdat nu veel goed opgeleide potentiële werknemers thuis blijven om voor de kinderen te zorgen. Om de positieve effecten op de kinderen te bewerkstelligen moeten kinderen minimaal 16 uur naar de kinderopvang gaan, volgens de SER. Deze kinderopvang is niet verplicht: er is alleen de mogelijkheid voor alle ouders om hier gebruik van te maken. Net als nu wordt er van de ouders een inkomensafhankelijke eigen bijdrage gevraagd. Om de kwaliteit van de kinderopvang te verbeteren, adviseert de SER om beter opgeleid personeel in dienst te nemen en hen regelmatig bijscholingen aan te bieden. Ook zouden de medewerkers minder tijd moeten kwijt zijn aan administratie en meer tijd kunnen investeren in de opvang zelf. De kosten van deze hervormingen worden geschat op 176 tot 231 miljoen euro. Er zal gestart worden met een aantal experimenten waarbij voorzieningen voor kinderopvang gaan samenwerken met basisscholen. In andere landen worden al meer mogelijkheden geboden voor de opvang van jonge kinderen van alle ouders. In België bijvoorbeeld mogen kinderen vanaf 2,5 jaar kosteloos naar de 'kleuterklas'. Sommige scholen nemen al kinderen vanaf 2 jaar aan. De kleuterschool is niet verplicht, maar het wordt wel sterk aanbevolen en de meeste ouders maken daar ook gebruik van.
Bron(nen): NRC