We zouden graag willen dat er een helder moment is waarop je kunt zeggen 'hij is dood'. Bijvoorbeeld om te kunnen bepalen wanneer de organen van de gestorvenen kunnen worden verwijderd voor transplantatie. Bert Keizer, die als verpleeghuisarts honderden mensen begeleidde bij het sterven, haalt ons uit die droom.Hij schrijft in : "Vroeger, toen alles duidelijker was, trad de dood ogenblikkelijk in op het moment dat de ziel het lichaam verliet. Het grootste obstakel op de weg naar een succesvolle donatiepraktijk schuilt in onze ideeën en gevoelens over het stervensproces. Die ogenblikkelijke dood is niet meer aan de orde. Ons lichaam is een nogal ingewikkeld geheel, als ik het wat sullig mag zeggen, en het is onmogelijk om een moment aan te geven waarop dat complex helemaal dood is. Ik sta zelf nogal eens bij lichamen die niet meer ademen, maar waarin het hart nog minutenlang door klopt. De vraag van de omstanders is altijd: "Is ze...?" En ik antwoord: "Ze maakt nu niks meer mee, ze is er niet meer, maar haar hart klopt nog wel." En pas als ik met mijn stethoscoop geen hartactie meer hoor, durf ik te zeggen: ze is overleden. Maar een cardioloog met betere registratie-apparatuur zou mogelijk nog wel hartactie kunnen waarnemen. Was ze dan niet dood op het moment dat ik het zei?" Dood gaan, zegt Keizer, is een proces, geen moment. "We stuiten hier op de omstandigheid dat sterven even duurt en dat de uitspraak dat iemand dood is ook iets van een besluit in zich heeft. Een besluit in de zin van: dit noemen we 'dood'." Ingewikkeld dus als je de organen van je geliefde wilt afstaan....
Bron(nen): Trouw