Steeds meer
kinderen worden bijziend. Gelukkig is er een manier om dat te voorkomen: stuur je kroost naar buiten. Hoe meer tijd ze buiten doorbrengen, hoe kleiner de kans dat ze een
bril nodig hebben, zo blijkt uit een Chinees experiment. Op zes basisscholen in de stad Guangzhou moesten de kinderen van groep 1 veertig minuten extra buiten spelen. Ook werden de ouders aangemoedigd om hun kinderen vaker naar buiten te laten gaan. Na drie jaar was het aantal kinderen met bijziendheid in deze klassen tien procent lager dan in een groep controlescholen. Bijziendheidspecialiste Caroline Klaver van het Erasmus MC Rotterdam noemt in twee verklaringen. ''Het kan zijn dat kinderen buitenshuis hun ogen vaker focussen op voorwerpen in de verte, waardoor ze scherper blijven. Een andere mogelijkheid is de extra aanmaak van dopamine onder invloed van buitenlicht, wat de oogbol beschermt tegen vervorming.'' Ze waarschuwt: ''Nederlandse jonge kinderen zijn nu gemiddeld één uur per dag buiten, dat is veel te weinig. Pas vanaf 15 uur per week ben je goed beschermd tegen bijziendheid.'' Het aantal bijzienden neemt wereldwijd sterk toe. Van de huidige generatie zestigers heeft een kwart er last van, bij veertigers is dat al de helft. In Oost- en Zuidoost-Azië is het probleem nog groter. Maar liefst 80 tot 90 procent van de jongeren draagt er een bril of contactlenzen.