Coca-Cola is volgens de rechter aansprakelijk voor de zware verwondingen van een Belgische vrouw die nietsvermoedend een flesje Chaudfontaine-water dronk waarin zinkchloride bleek te zitten.
De vrouw had het flesje meegenomen uit de voorraadkast van haar ouders. Ze belandde in het ziekenhuis met zware interne brandwonden. Haar maag en galblaas moesten verwijderd worden. Uit onderzoek bleek dat het flesje zinkchloride bevatte, een zuur dat onder meer gebruikt wordt om te solderen. Hoe de bijtende stof in het flesje was geraakt, is nog altijd niet duidelijk. Over de andere flesjes uit dezelfde partij - 1.659.000 exemplaren - kwamen geen klachten.
Coca Cola heeft niet aannemelijk kunnen maken dat een ander dan de fabrikant (Chaudfontaine is van Coca Cola) het gif in het flesje heeft gestopt.Coca-Cola bracht een aantal argumenten aan, zoals het productieproces dat volledig automatisch verloopt en waarbij geen zinkchloride gebruikt wordt. Een laborant van Coca-Cola verklaarde in het dossier echter dat sabotage nooit uitgesloten kan worden. De rechter gaat de schadevergoeding later bepalen.