Van de Linda tot de huisarts, als je stress hebt of 'niet goed in je vel zit' is er vast wel iemand die oppert dat je aan
mindfulness moet doen. De bezinningstechniek, geïnspireerd door het Boeddhisme, kwam op toen de westerse bezinning, geïnspireerd op het Christendom, in diskrediet raakte. En overal kan je horen en lezen dat mindfulness goed voor je is. Dat het bewezen bijdraagt aan geluk en helpt tegen stress. Maar is dat ook waar? De , een organisatie die zich bekommert om de kwaliteit van wetenschappelijk onderzoek op het gebied van gezondheidszorg, liet een metastudie houden van het onderzoek dat er bestaat rond mindfulness. Dat betekent dat ze talloze studies hebben gecontroleerd op methode, betrouwbaarheid en houdbaarheid van conclusies. En dat valt tegen. Bijna alle studies laten te wensen over als het gaat om de grootte van de steekproef, de gevolgde methode of de logica van de getrokken conclusies. Volgens de valt eigenlijk amper vast te stellen of mindfulness ergens goed voor is. Het is eigenlijk net als met christelijke bezinningsmethodes als het rozenhoedje en Lourdes: het helpt vooral als je er in gelooft.