Een op de zeven
werknemers in Nederland heeft burn-outklachten. Hoe die ontstaan, is vaak niet helemaal duidelijk. Nieuw onderzoek werpt licht op de zaak: het gaat meestal om een mismatch tussen de onbewuste behoeften van een werknemer en de eisen die aan zijn werk worden gesteld. Neem bijvoorbeeld een extraverte accountant die veel waarde hecht aan sociaal contact, maar tijdens haar werk voornamelijk aan het rekenen is achter een computer. Of denk aan de manager, die een grote afdeling moet leiden, maar er een hekel aan heeft om in het middelpunt van de belangstelling te staan. Dit zijn mensen die extra gevaar lopen op een
burn-out, blijkt uit een nieuwe studie van de universiteiten van Leipzig en Zürich. De onderzoekers ontdekten dat zogenoemde impliciete motieven een belangrijke rol spelen. Het gaat daarbij enerzijds om het machtsmotief: de behoefte aan verantwoordelijkheid voor anderen, het handhaven van discipline en het aangaan van discussies en onderhandelingen. Anderzijds is het verbindingsmotief van belang: positieve relaties met collega's, een gevoel van waardering en erbij horen. Werknemers kunnen een burn-out krijgen als hun individuele behoeften aan een van deze motieven niet overeenkomen met hun werkzaamheden. "Deze mismatch is een verborgen stressfactor en kan tot een burn-out leiden," aldus Veronika Brandstätter psychologieprofessor aan de universiteit van Zürich.