In
Denemarken werden vorig jaar nog maar 23 kinderen met downsyndroom geboren. Dat komt omdat 90 procent van de zwangere Deense
vrouwen zich laat testen.
In Denemarken kunnen alle zwangere vrouwen gratis prenataal onderzoek laten doen. Deense artsen twijfelen er nu aan of dat wel zo’n goed idee is. Kinderen met downsyndroom worden er namelijk steeds vaker als een fout beschouwd en het was nooit het doel om het syndroom uit te roeien.
In Nederland wordt een dergelijk onderzoek pas aangeboden aan vrouwen boven de 36 jaar, omdat dan de kans op een kind met downsyndroom toeneemt. Er worden in ons land jaarlijks zo’n 275 downkinderen geboren. Vanaf 1 april 2014 komt er een nieuwe test, de Niet-Invasieve Prenatale Test (NIPT). Deze is goedkoper, minder risicovol, betrouwbaarder en hij kan eerder worden uitgevoerd. Maar waar in landen als Zwitserland en Frankrijk 80 procent van de zwangere vrouwen zich prenataal laat screenen, is dat in Nederland slechts een kwart.
Michel Weijerman, een gespecialiseerde arts, zegt hierover tegen Trouw: ‘Nederlanders zijn nuchter. Voor vrouwen achterin de dertig is het de laatste kans om een kind te krijgen. Zij willen gewoon graag een kind en als het een downkind blijkt te zijn, dan zeggen ze: het is niet anders’. Ook zou meespelen dat de levensverwachting en levenskwaliteit van mensen met downsyndroom zijn verbeterd. Door betere hartoperaties is de levensverwachting inderdaad omhoog gegaan, maar een groot deel van de mensen met Down heeft nog altijd veel last van sociale problemen.