Iemand die ooit psychische problemen heeft gehad, krijgt bij een derde van de leidinggevenden geen kans meer op een baan. Wie overspannen was, een burn-out of een depressie had, wordt dus door een groot deel van de werkgevers gediscrimineerd. Daarover schrijft het AD.
Twee derde van de leidinggevenden heeft bedenken bij het in dienst nemen van iemand die in het verleden met psychische problemen kampte. Dat blijkt uit promotieonderzoek van Kim Janssens van de Tilburg University onder 670 Nederlandse leidinggevenden.
Stigma"Dat stigma blijft dus lang aan iemand kleven en kan leiden tot arbeidsdiscriminatie. Werkgevers willen het liefst een werknemer waar niets mee is. Dat is onrealistisch: maar liefst 43,5 procent van de Nederlanders heeft namelijk minstens een keer in zijn leven een psychische aandoening. Tel daar echtscheidingen, rouw of lichamelijke problemen bij op en wie blijft er dan nog over?’’ zegt Evelien Brouwers, als hoogleraar Psychische gezondheid en duurzame inzetbaarheid in arbeid betrokken bij het onderzoek,
tegen het AD. Positieve ervaringDe leidinggevenden noemden zelf stress, burn-out, depressie en angsten als voorbeelden van psychische problemen, maar autisme valt er bijvoorbeeld ook onder. Mensen met psychische problemen zijn vaker werkloos, vertelt Brouwers. "Nu blijkt dat ze ook te maken te hebben met stigmatisering of een discriminerende houding van werkgevers.’’
Gek genoeg, had 52 procent van de leidinggevenden positieve ervaringen met werknemers die ooit psychische problemen hadden. Slechts 7 procent had daar negatieve ervaringen mee. Brouwers: ,,Die ervaring staat haaks op de houding van leidinggevenden tegenover deze werknemers.’’