De mate waarin toekomstige moeders fysiek actief blijven tijdens de
zwangerschap is van grote invloed op de houding van hun kinderen tegenover
sport en is zelfs nog van invloed als de kinderen volwassen zijn. Uit een studie met muizen blijkt dat de nakomelingen van muizen die fysiek actief blijven tijdens de zwangerschap 50 procent meer bewegen dan de nakomelingen van muizen die niet bewegen. Het onderzoeksteam gebruikte enkel muizen die graag actief bezig waren en verdeelden deze over twee groepen. De eerste groep kreeg toegang tot loopwielen voor en tijdens de zwangerschap en de andere groep niet. De studie is betrouwbaar omdat enkel genetisch identieke muizen gebruikt werden en de hoeveelheid lichamelijke activiteit zorgvuldig gecontroleerd werd, dus ook voordat de muizen zwanger werden. Uit het onderzoek blijkt dat de nakomelingen van de eerste onderzoeksgroep (met beweging) zelfs als ze volwassen zijn nog een verhoogde lichamelijke activiteit vertonen tegenover de tweede onderzoeksgroep (zonder beweging). Daarnaast verhoogde het ook hun vermogen om vet te verliezen tijdens een drieweeks trainingsprogramma. De meeste mensen gaan er van uit dat onze genen verantwoordelijk zijn voor onze houding tegenover sporten, maar deze resultaten tonen duidelijk aan dat de omgeving een belangrijke rol speelt tijdens de zwangerschapsperiode. Als kan worden aangetoond dat het bij mensen ook zo werkt, zou het wel eens tot een effectieve strategie kunnen leiden om het wereldwijd probleem met overgewicht en
obesitas aan te pakken.