Traumapatiënten die met schot- of steekwonden binnengebracht worden bij de spoedeisende hulp van het University of Pittsburgh Medical Center kunnen een bijzondere experimentele behandeling ondergaan. Chirurgen zullen hun bloed aftappen en vervangen door zout ijswater. Zonder hartslag en hersenactiviteit zijn de patiënten dan klinisch dood. Daarna zullen de chirurgen hun leven proberen te redden. Door de onderkoeling en het vertragen van de stofwisseling van stervende patiënten kunnen de chirurgen kostbare tijd winnen om hun wonden te behandelen. Bij normale lichaamstemperaturen hebben chirurgen minder dan 5 minuten om de bloedstroom te herstellen voordat hersenbeschadiging optreedt. Met de nieuwe procedure wordt de bloedsomloop gespoeld met een koude zoutoplossing totdat de lichaamstemperatuur daalt tot 10. Daarna hebben de chirurgen ongeveer een uur om de verwondingen te herstellen voordat de hersenen beschadigd raken. Na de operatie gebruiken de chirurgen een hart-longmachine met een warmtewisselaar om de patiënt zijn bloed terug te geven. Het bloed zal het lichaam geleidelijk aan opwarmen. Als de procedure werkt, moet het hart van de patiënt weer beginnen te slaan bij een lichaamstemperatuur van 29 tot 32°C. Maar het kan nog een paar uur tot dagen duren voor hij weer bij bewustzijn is. Het probleem is dat de procedure nog nooit op mensen is getest en dat je bewusteloze patiënten ook niet om toestemming kunt vragen. Het medisch centrum deelt nu polsbandjes uit aan burgers die per se niet aan het experiment zouden willen deelnemen. Het experiment begon officieel in april. Het chirurgenteam zal de procedure in eerste instantie toepassen bij 10 patiënten met een dermate ernstig trauma dat ze zoveel bloed zijn verloren dat ze een hartstilstand hebben. Normaal gesproken overleeft slechts 1 op de 10 een dergelijk trauma. De chirurgen willen hun kansen verbeteren. De techniek is wel al uitgebreid getest op honden en varkens. Maar liefst 90% van de dieren overleefde de procedure en de meesten hadden geen waarneembare cognitieve stoornissen.
Bron(nen): The New York Times