Kankermedicijnen worden veel te gemakkelijk voorgeschreven, terwijl ze niet zelden weinig effect hebben of het onderliggende onderzoek niet deugt. Daarover praat internist-oncoloog Gabe Sonke
in het NRC. Sonke vindt dat het Europees Geneesmiddelenagentschap EMA regelmatig middelen toelaat, waarbij de kwaliteit van de studies matig is. Ook verbaast het hem hoe makkelijk kankermedicijnen worden voorgeschreven, terwijl ze vaak zware bijwerkingen hebben en ze bij ruim de helft van de patiënten het leven of de kwaliteit ervan niet verlengen.
Niet langer leven"Maar 10 procent van alle tot 2013 in Europa geregistreerde kankermedicijnen verbetert de kwaliteit van leven aantoonbaar, bleek uit een studie in het British Medical Journal”, zegt de hoogleraar klinische oncologie aan de Universiteit van Amsterdam. "Vaak ook nog alleen bij een deel van de patiënten. En nog geen 40 procent van de middelen draagt eraan bij dat de patiënt langer leeft. Gemiddeld met minder dan drie maanden. Meer dan de helft van de patiënten krijgt dus dure medicijnen, met vaak forse bijwerkingen, maar leeft er geen dag langer door.”
Volgens Sonke is het grote probleem de sterk geldgedreven opzet van de studies van farmaceutische bedrijven. "Studies naar nieuwe geneesmiddelen worden zo opgezet dat medicijnen soms langer dan nodig, vaker dan nodig of met hogere dosering dan nodig worden gebruikt. Het is daardoor onzeker hoeveel gezondheidswinst deze medicijnen écht geven, of bijdragen aan een langer leven met kwaliteit van leven.”
Slecht onderzoekNaast preklinische onderzoeken, wordt er maar één vaak matige klinische studie gedaan. "Bijvoorbeeld, wie te veel bijwerkingen ervaart van het medicijn en stopt met het experiment, wordt niet meer meegerekend. Soms is dat wel een kwart van de behandelde deelnemers. Zo hou je een selectie over en komt het middel beter uit de bus dan het feitelijk is.”
Ook krijgen patiënten tijdens zo'n studie vaak twee dure middelen tegelijk, waarna niet duidelijk is welke werkt, maar meestal wordt de combinatie goedgekeurd. "Dat kán toch niet”, zegt Sonke, die ook hoofd van de divisie medische oncologie is in het Antoni van Leeuwenhoek.
Sonke heeft wel een oplossing. "Zodra een middel op de markt komt, moeten we alsnog de studie doen die de farmaceuten hadden moeten doen. Met niet alleen de meest fitte patiënten, maar alle patiënten die in de echte wereld rondlopen, om uit te zoeken wat een gepaste dosering en behandelduur is.”
Wat win je?Sonke is bepaald geen voorstander van eindeloos doorbehandelen en zegt dat artsen vaak de bijwerkingen onderschatten. "Maandenlang diarree? Alsof het niks is. Elke dag moe en misselijk? Je zal het maar hebben. En dat in de laatste periode van je leven.”
Hij adviseert patiënten vaak te kijken naar wat je ermee wínt door niks te doen. "Je moet je niet richten op wat je verliest, maar op wat je wínt: minder ellende, meer kwaliteit van leven en tijd om nog te doen wat je wilt. Soms zegt een patiënt: ik wil die medicijnen zodat ik nog drie maanden leef en nog één keer een kerstdiner kan vieren met de kleinkinderen. Ik zeg: waarom zou je wachten op kerst? Je kunt nu ook iedereen bij elkaar roepen, zónder de medicijnen en de bijwerkingen. Als je goed uitlegt wat de patiënt te wachten staat, zeggen ze vaak: o, maar dat wil ik helemaal niet.”