Er zijn nu drie werkende coronavaccins ontwikkeld. Die van Pfizer en Moderna beloven een effectiviteit van boven de 90 procent, terwijl het Oxfordvaccin, geproduceerd door AstraZeneca, blijft steken op 70 procent. Maakt dat veel uit?
Waarschijnlijk niet. Ten eerste kan het zijn dat de cijfers van de Amerikaanse vaccins nog naar beneden moeten worden bijgesteld en ten tweede lijkt het erop dat het middel van AstraZeneca ook een effectiviteit van 90 procent bereikt als het eerst in een lage en dan in een hoge dosis wordt toegediend.
Bovendien heeft het Oxfordvaccin drie belangrijke voordelen: het is goedkoop. Het kost maar ongeveer 2,5 euro per dosis, waar Pfizer wel het achtvoudige rekent. Ten tweede kan het gewoon in de koelkast worden bewaard en hoeft het niet vervoerd te worden op een temperatuur van -70 graden, zoals de andere twee vaccins.
Tenslotte zijn er ook veel sneller veel meer doses beschikbaar. AstraZeneca heeft het over 3,1 miljard volgend jaar. Dat is meer dan Moderna en Pfizer samen.