Natuurlijk zijn kankerpatiënten blij dat ze genezen zijn verklaard, maar daarmee is de ziekte niet klaar. De angst voor een terugval is groot. Een op de vijf mensen die van kanker is hersteld is zo bang om de ziekte weer opnieuw te krijgen dat het hun dagelijks leven beïnvloedt. Vlaams opinieblad Knack sprak met enkele patiënten. Marleen (65) kreeg achttien jaar geleden borstkanker. "De angst is dagelijks aanwezig: meestal sluimerend, maar er zijn momenten waarop ze in volle hevigheid op de voorgrond treedt. De angst heeft van mij een ander mens gemaakt. De kunst van het genieten heb ik verleerd. Ik schaam me daarvoor. Ik voel me een aansteller tegenover zij die het niet overleefden. Met mijn man of kinderen kan ik er niet over praten. Zij smeken me alleen om positiever door het leven te gaan. Hoe ik ook mijn best doe, het lukt me niet." Bij Hilde (56) werd twee jaar geleden eierstokkanker vastgesteld. Haar man vertelt hoe ze na haar behandeling weer zin had in het leven. "Koffieklets met vriendinnen, lange wandelingen, citytrips en reizen. Ze had energie voor tien. Ik kon als gezonde partner niet aan haar tippen. Ze had hele zware maanden achter de rug en samen met mij vroegen veel mensen zich af hoe ze het deed." Maar een jaar later stortte Hilde in en gleed snel weg. "Ik heb het gevoel dat ze niet eerlijk is geweest: ze heeft zich veel sterker voorgedaan dan ze uiteindelijk was." Een opname lukte niet. "Voor de psychiatrie was ze te oncologisch, voor de oncologie was ze te psychiatrisch. Ze viel buiten alle categorieën. Uiteindelijk heeft ze zelfmoord gepleegd." Haar man besluit: "Ik zou haar onrecht aandoen als ik zou zeggen dat het enkel angst was. Ze had haar fierheid verloren en voelde een immens verdriet om wat haar overkwam." Jan (65) onderging drie jaar geleden een eenvoudige behandeling voor prostaatkanker. Maar daarna ging het mis. "Ik kon alleen maar bezig zijn met kanker", zegt hij. "Alles wou ik over mijn ziekte weten. Ik heb gegoogeld tot ik er suf van werd: zo veel visies, zo veel statistieken, zo veel behandelingen. Dat koortsachtige zoeken naar geruststelling maakte me nog banger." Zijn relatie liep daardoor op de klippen en hij raakte aan de pillen en de drank. Hij werd steeds banger. "Ik was bang om te hervallen sowieso, maar er was meer. Denken aan de toekomst maakte me het eerste jaar letterlijk ziek. De volgende auto, mijn pensioen regelen, naar de tandarts gaan. Ik stelde het uit, want wat had het voor zin? Binnenkort zou ik er niet meer zijn. Ik leefde alsof ik al dood was. Op zeker moment kwam ik erachter dat ik niet bang was om te sterven, wel om in onzekerheid verder te leven." Door het boeddhisme en meditatie gaat het nu iets beter met hem, maar bang is hij nog altijd.