De hoeveelheid moedermelk en de samenstelling ervan variëren afhankelijk van het geslacht van de baby. Dit blijkt uit een studie van Katie Hinde, evolutiebiologe aan Harvard University. Zonen krijgen melk die rijker is aan vetten en eiwitten, en dus meer energie levert, terwijl dochters grotere hoeveelheden melk krijgen. Onderzoekers van de Michigan State University en andere instellingen bestudeerden al eerder de moedermelk van 72 Keniaanse moeders en ontdekten dat vrouwen met zonen in het algemeen vollere melk produceerden (2,8% vet versus 1,7% bij vrouwen met dochters). Arme vrouwen bevoordeelden echter hun dochters met romiger melk (2,6 versus 2,3%). De resultaten van dat onderzoek werden in september 2013 gepubliceerd. Hetzelfde werd ook vastgesteld bij dieren: de samenstelling van de melk varieert naargelang het geslacht van de jongen van grijze zeehonden en edelherten. Een verklaring wordt gezocht in de evolutietheorie. Resusapen hebben de neiging om meer calcium in hun melk te produceren voor vrouwelijke nakomelingen, zo meldde dr. Hinde tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van de American Association for the Advancement of Science (AAAS). Zij geven meer melk aan hun dochters zodat die sneller geslachtsrijp zijn en eerder kunnen beginnen met de voortplanting. Mannetjes hoeven niet zo snel seksuele rijpheid bereiken: de frequentie en het succes van hun voortplanting is meer afhankelijk van het aantal vrouwtjes dat ze kunnen veroveren. Bij de resusapen worden de vrouwtjes ook langer gezoogd. Mannetjes brengen meer tijd door met spelen en hebben daar meer energierijke melk voor nodig. Maar waarom mensen andere moedermelk produceren voor jongens dan voor meisjes is nog niet bekend. Er zijn aanwijzingen dat de basis voor de verschillen gelegd wordt tijdens de zwangerschap. Zo beïnvloedt het geslacht van de foetus de productie van koemelk ook als kalveren van hun moeder gescheiden worden, meestal binnen enkele uren na de geboorte.