E-nummers zijn verdoemd. Vooral health freaks en hobbykoks zijn ervan overtuigd dat de door de EU goedgekeurde toevoegingen ongezond en smerig zijn. vond het tijd voor een nuchtere kijk op E-nummers. E-nummers zijn stofjes die aan etenswaren worden toegevoegd om de smaak, de kleur of de houdbaarheidsdatum te verbeteren. Diezelfde stofjes zijn van nature ook in allerlei groenten en fruit aanwezig. In tomaten zit bijvoorbeeld een hoger gehalte E621 dan wettelijk is toegestaan. Als basilicum vandaag zou worden voorgedragen als nieuw product zou het worden afgekeurd omdat het te veel schadelijke stoffen bevat. Waarom denken mensen dan toch dat E-nummers slecht zijn of dat ze er zelfs allergisch voor zijn? De boekjes van zelfverklaarde experts helpen natuurlijk niet mee, maar wat ook meespeelt is de enorme behoefte aan puur en authentiek
eten. Een E-nummer is niet natuurlijk, chemisch en moet dus wel slecht zijn is de gedachte. Maar dat kan zelfs een averechts effect hebben. Een product dat is gezoet met aspartaam, is waarschijnlijk gezonder dan hetzelfde product met
suiker, zeker voor de tanden. Als fabrikanten smaakversterkers in hun producten vervangen door zout, dan worden die juist ongezonder. Bovendien, zo zeggen voedingsdeskundigen, leidt de discussie over schadelijkheid van E-nummers de aandacht af van wat echt kwaad doet in ons eten: zoals verzadigd vet, suiker of zout. 'Als je kanker zou krijgen van aspartaam, hadden we al lang een kankerexplosie gehad', zegt een wetenschapper laconiek. Ralf Hartemink, E-nummer-deskundige van de Wageningen Universiteit benadrukt wel, dat we nog lang niet precies weten wat voeding doet met ons lichaam. 'Honderd procent veilig bestaat niet', stelt hij. Maar je kunt het ook omdraaien, vindt Hartemink. Ons eten bestaat uit honderdduizenden verschillende chemische substanties. Alles op aarde is een chemische verbinding. 'Van 350 daarvan weten we bijna alles. Dat zijn de E-nummers.'