Niets is zo overtuigend als een voorbeeld. We nemen Gerard, een man van 53. Hij weegt 90
kilo. Hij is 1.79 dus 90 kilo is teveel. Gerard neemt een moedig besluit: hij gaat in de week rennen. En het lukt hem. Vier dagen in de week maakt hij zijn uur vol. En het lukt hem om daardoor niet meer te gaan
eten. Hij wordt hongerig van al dat bewegen, maar daar geeft hij niet aan toe. Wat levert dat Gerard op? Na een maand zal hij ruim 2 kilo lichter zijn. Het voorbeeld is niet heel goed: bijna niemand slaagt er in bijna iedere dag een uur intensief te hollen. En bijna iedereen gaat bewust of onbewust een beetje meer eten. En zelfs dan is de oogst mager. heeft de 60 onderzoeken over de relatie tussen dik zijn en bewegen er op nagekeken en de conclusie is onontkoombaar. Om iets te doen aan overgewicht zal je het moeten hebben van minder eten. Dat heeft vooral te maken met het feit dat het grootste deel van ons energieverbruik niet te beïnvloeden is. Je gebruikt energie voor 3 dingen (zie plaatje): 1. om in leven te blijven, 2. om voedsel te verteren en 3. om te bewegen en dingen te doen. Alleen aan de lengte van dat groene balkje kun je iets doen. De rest ligt vast. 10 tot 30 procent van onze energie gaat dus slechts naar bewegen. En daarvan gaat het leeuwendeel naar bewegen om te leven: opstaan, je wassen, het huis doen, boodschappen, etc. Slechts een klein deel van die 10 tot 30 procent kan bestaan uit sporten. Je hoeft geen wiskundige te zijn om te snappen dat dat dus niet opschiet. Vox haast zich er bij te zeggen dat bewegen uitermate belangrijk is. Het is goed voor je algehele gezondheid, je houdt een beter humeur, het is goed voor je bloeddruk, het helpt tegen sommige vormen van kanker, je slaapt beter, je kunt je beter concentreren. Enzovoort. Maar het helpt erg weinig tegen overgewicht.