Orgaanhandel is bijna overal ter wereld verboden. Alleen in Iran is het toegestaan. Toch blijkt uit een onderzoek van het Erasmus MC dat bijna de helft van 241 zorgverleners die nierpatiënten behandelen 1 tot 4 patiënten kent die in het buitenland een niertransplantatie kregen. Zij hebben sterke vermoedens of zeggen zeker te weten dat patiënten de nier hebben gekocht, zo meldt . Die patiënten komen dan plotseling naar het ziekenhuis met een nieuwe nier en geven toe dat ze ervoor betaald hebben of doen vaag over de herkomst van de nier. De meeste patiënten reizen af naar landen buiten de EU, maar 17 zorgverleners zeggen tussen 2008 en 2013 patiënten behandeld te hebben van wie zij vermoeden dat ze in Nederland een nier kochten. Twee nierpatiënten geven toe dat ze in Nederland hebben betaald voor een donornier. Bij transplantaties in het buitenland gaat het vaak om patiënten van buitenlandse afkomst die een
transplantatie ondergaan in hun land van herkomst. Voor een nier wordt 6.000 tot 78.000 euro betaald. In Pakistan zijn nieren het goedkoopst, maar ook in India, Colombia en China worden veel nieren verhandeld. In China zijn de wachtlijsten het kortst en zijn de organen vaak afkomstig van geëxecuteerde gevangenen. In arme landen wordt de donor soms gedwongen om een nier af te staan en is er geen goede nazorg na de operatie. Drie zorgverleners meldden dat een donor zei dat hij werd gedwongen om een nier te af te staan, door druk binnen de familie of doordat de donor een afhankelijkheidsrelatie heeft met de patiënt. De onderzoekers pleiten voor een meldpunt waar artsen anoniem - zonder hun beroepsgeheim te schenden - misstanden kunnen rapporteren bij de politie.