Snurken is medisch niet erg. Maar overigens kan het verschrikkelijk zijn. "Ik heb mensen behandeld waar het huwelijk gevaar liep," zegt dr. Olson, oor-, neus- en keelarts en slaapchirurg van de Mayo Clinic tegen de New York Times. Mensen kunnen zich schamen en onzeker worden. En fanatieke snurkers durven soms niet uit logeren te gaan.
Het vervelende is: snurker wordt erger als je ouder wordt.
“Met de leeftijd neemt de spierspanning van onze luchtwegen af. Die verminderde spanning zorgt ervoor dat de weefsels gemakkelijker kunnen bewegen”, zegt Dr. Olson. Bovendien, als de luchtweg kleiner wordt, neemt de luchtdruk toe, waardoor snurken erger wordt.
Een andere oorzaak van snurken: het verplaatsen van tanden, een bijzonder probleem voor babyboomers die in hun jeugd een beugel hadden. Boomers snurken nu vanwege een grotere tong in een kleinere mond.
Snurken kan komen doordat de tong naar achteren zakt als u op de rug ligt. Of bijvoorbeeld door een verstopte neus. Overgewicht, alcohol, slaapmiddelen en roken maken snurken erger.
Een remedie voor snurken is een operatie: UPPP (uvulo palato pharyngo plastiek) herschikt weefsels om de luchtweg te vergroten. Maar de operatie kan complicaties hebben, waaronder slikproblemen of het ongemakkelijke gevoel dat er iets permanent in de luchtwegen zit.
Somnoplasty, een poliklinische procedure, gebruikt microgolven om zachte weefsels in het gehemelte te verwijderen of te krimpen. Complicaties zijn onder meer stemveranderingen en de procedure werkt mogelijk niet langer dan een paar jaar of helemaal niet.
Gelukkig zijn er minder ingrijpende en goedkopere orale producten die het snurken en het volume ervan te verminderen. Ze hebben meestal minder ernstige of op zijn minst omkeerbare bijwerkingen dan een operatie. Een antisnurkbeugel is een mogelijkheid. De officiële naam is mandibulaire repositie-apparatuur (MRA). De beugel houdt 's nachts de onderkaak naar voren. Uw tandarts of een kaakchirurg gespecialiseerd in MRA kan u informeren.
Maar je kunt zelf ook wat doen, zonder hulpmiddelen:
Bron(nen): New York Times