Aan het begin van het jaar zag het er slecht uit voor Zuid-Afrika. Er was een nieuwe besmettelijkere variant en een op de drie tests was positief. Maar na de piek van 11.000 besmettingen op één dag op 11 februari begon het aantal besmettingen snel te dalen.
De strenge maatregelen konden rond 2 februari grotendeels worden opgeheven. Daarna kon de horeca weer meer open, was er nog maar zeer beperkt een avondklok en sinds een paar weken zijn er ook weer grote bijeenkomsten tot 250 man buiten toegestaan. Het aantal besmettingen blijft ondertussen stabiel op zo’n duizend per dag. In India, Pakistan en het Verenigd Koninkrijk gebeurde iets soortgelijks.
Hoe kan het dat er niet een nieuwe explosie aan besmettingen is ontstaan? “In bepaalde lagen van de bevolking kan groepsimmuniteit ontstaan zijn”, aldus Harry Moultrie, epidemioloog voor het Nationaal Instituut voor Overdraagbare Ziekten in Zuid-Afrika in The Wall Street Journal. “Wie veel sociale contacten heeft, wordt snel besmet. Als die bepaalde kring de infectie opgelopen heeft, wordt het voor het virus veel moeilijker om naar andere groepen over te springen.
Maar enkel in de twee zwaarst getroffen provincies is naar schatting de helft van de Zuid-Afrikanen tussen de 15 en 69 besmet geweest dus groepsimmuniteit is slechts een deel van het verhaal.
“Als de cijfers stijgen, passen burgers zich aan en worden ze vanzelf voorzichtiger”, stelt Saad Omer van de universiteit in Yale in de Amerikaanse krant. “Een kleine toename van sociale contacten kan tot een exponentiële stijging in het aantal besmettingen leiden. Anderzijds kunnen iets minder contacten de curve ook versneld doen dalen. Kleine veranderingen kunnen enorme gevolgen hebben.”