Mensen die na hun 65e beginnen met het slikken van benzodiazepines (slaap- en kalmeringsmiddelen, zoals Seresta, Temesta, Valium, ...) hebben 50% meer kans om binnen 15 jaar
dementie ontwikkelen in vergelijking met mensen die deze middelen nooit gebruikten. Dat blijkt een studie van en de Universiteit van Bordeaux waarvan de resultaten online gepubliceerd werden in het . Eerdere studies suggereerden al een verhoogd risico op dementie, maar andere resultaten waren niet eenduidig. Benzodiazepines worden veel voorgeschreven, vooral aan
ouderen. Nederlandse apothekers verstrekten in 2011 bijna 180 miljoen standaarddagdoseringen aan benzodiazepines. Het aantal mensen dat vorig jaar een benzodiazepine verstrekt kreeg van de apotheek, bedroeg 1,6 miljoen (bron: ). De Franse onderzoekers volgden meer dan 1000 mannen en vrouwen met een gemiddelde leeftijd van 78 gedurende 20 jaar. Geen van allen had dementie bij de start van het onderzoek. Tijdens de eerste 5 jaar werd nagegaan welke factoren leidden tot benzodiazepine-gebruik en in de 15 jaar daarna of dit verband hield met de ontwikkeling van dementie. Er werd gecorrigeerd voor een groot aantal factoren die van invloed kunnen zijn op dementie, zoals leeftijd, geslacht, opleidingsniveau, burgerlijke staat, consumptie van wijn, diabetes, hoge bloeddruk, cognitieve achteruitgang en depressieve klachten. Van de 100 mensen die geen benzodiazepines, kregen 3,2 mensen dementie. Van de mensen die wél slaappillen namen, was dat 50% meer: 4,8% kreeg dementie. Ook werd vastgesteld dat de duur van de dementie-vrije periode bij de mensen die dementie kregen korter was als ze benzodiazepines gebruikten.