Het lijkt erop dat heel slimme mensen vaker last hebben van psychische problemen. Dat blijkt uit een nieuwe studie onder 3.715 leden van MENSA, de vereniging voor hoogbegaafde mensen. Hen werd gevraagd naar hun stemming en of ze leden aan psychische aandoeningen als autisme, ADHD of een angststoornis. De resultaten tonen aan dat heel intelligente mensen een 'hyperprikkelbaar brein' kunnen hebben. Dat betekent dat hun hersenen zich meer bewust zijn van wat er om hen heen gebeurt, waardoor vervolgens het centraal zenuwstelsel sterker reageert. Extreem slimme mensen schrikken daardoor eerder van een geluid maar reageren ook heftiger op kritiek. Het gevolg zou zijn dat ze meer stress en andere psychische problemen ervaren. Dr. Nicole Tetreault zegt daarover: "Een kleine belediging of een onnatuurlijk geluid kan een heftige stressreactie oproepen waarop het zenuwstelsel sterk reageert. Het lichaam komt in een continue 'fight-or-flight'-modus wat tot veranderingen in stemming en gedrag leidt." De hoogintelligente mensen bleken twee tot vier keer vaker psychische aandoeningen te hebben dan gemiddelde Amerikanen. Het onderzoek is gepubliceerd in vakblad .