Paddenstoelen beschermen tegen milde cognitieve achteruitgang. Ze bevatten een stofje dat helpt om vergeetachtigheid en geheugenverlies tegen te gaan. Dat blijkt uit onderzoek van de universiteit van Singapore. Ouderen die meer dan 300 gram champignons per week consumeerden hadden 50 procent minder kans op lichte vergeetachtigheid. "Deze correlatie is verrassend en hoopvol," laat hoofdonderzoeker Lei Feng weten. "Het lijkt erop dat een heel simpel voor iedereen beschikbaar product een gigantisch positief effect heeft op de hersenen." De milde cognitieve achteruitgang waar de onderzoekers het over hebben, wordt beschouwd als het stadium tussen normale vergeetachtigheid bij ouderen en dementie. Senioren die er last van hebben kampen met enige mate van geheugenverlies of vergeetachtigheid en hebben soms lichte problemen met ruimtelijk inzicht, taal en concentratie. De onderzoekers denken dat champignons en andere paddenstoelen een beschermende werking hebben vanwege het stofje ergothioneïne (ET), een aminozuur dat in veel schimmels voorkomt. "ET is een uniek antioxidant en een ontstekingsremmer die mensen niet zelf kunnen aanmaken, maar het is wel volop aanwezig in champignons," legt dr. Irwin Cheah uit. Een eerdere studie onder oudere Singaporezen toonde aan dat dit stofje bij deelnemers met lichte cognitieve achteruitgang significant minder aanwezig was dan bij even oude gezonde mensen. Toen is het idee ontstaan dat een tekort aan ET een risicofactor kan zijn voor het ontstaan van vergeetachtigheid. Het verhogen van de inname ervan door het eten van champignons en andere paddenstoelen kan mogelijk de cognitieve gezondheid op latere leeftijd bevorderen.