Mindfulness is tegenwoordig het parool en wordt door goeroe's en coaches wereldwijd omarmd: kort gezegd is het 'een staat van aandacht' waarin de focus ligt op 'het moment van nu'. Al is een definitie lastig. Het is ook lastig er wetenschappelijk
onderzoek naar te doen maar dat is toch gedaan. De onderzoekers testten proefpersonen op hun niveau van mindfulness waarna ze een impliciete leeropdracht moesten vervullen. 'Impliciet leren' houdt in dat je als proefpersoon een gewoonte opmerkt of een overeenkomst, die je onbewust in je opneemt tijdens een simpele taak (bijvoorbeeld op een knop drukken wanneer rode of juist groene stippen in een patroon op een scherm verschijnen). Wanneer de hersenen impliciet een bepaald patroon opmerken, worden de reacties sneller, wat aangeeft dat de proefpersoon impliciet iets heeft aangeleerd. "Het is onze theorie dat we gewoontes aanleren - zowel goede als slechte gewoontes - zonder erover na te denken, en dat mindfulness dit automatische, impliciete leren, in de weg zit," aldus de onderzoekers. Uit de scores blijkt dan ook dat de mensen die het hoogste testten op mindfulness, langzamer reageerden. "Het feit dat proefpersonen te aandachtig met de opdracht bezig waren, te bewust waren, maakte dat het automatisch leren stagneerde." Toch blijkt uit ander onderzoek wel degelijk het voordeel van mindfulness. Zo zou het depressieve symptomen verlichten en zou het leerlingen in staat stellen tijdens examens beter te focussen.