Er is niet letterlijk een beddentekort op de Nederlandse ic's, er zijn te weinig verpleegkundigen. In Engeland wisten ze dat wel op te lossen.
Toch is het niet zo dat er de afgelopen tien jaar is bezuinigd op het aantal ic-bedden, zegt intensivist Peter van der Voort van het Groningse UMCG
in de Telegraaf. "Ik wil afrekenen met desinformatie over het afnemend aantal ic-bedden. In 2012 hebben we geïnventariseerd hoeveel bedden er in Nederland beschikbaar waren: 1161. Dat is dus, bijna tien jaar later, ongeveer gelijk aan de 1150 die we nu in de lucht hebben.”
Daarnaast verdient de Europese vergelijking enige nuance volgens Armand Girbes, hoogleraar intensivecare-geneeskunde aan het Amsterdam UMC. "Ieder land hanteert zijn eigen definities. Voorbeeld: er zijn landen die mensen op de ic leggen, waar wij ze in een uitslaapkamer plaatsen. Ook is er verschil voor hoeveel patiënten een ic-verpleegkundige verantwoordelijk is. Dat speelt allemaal mee.”
Opplussen En toch had Nederland meer kunnen doen, zegt Marcel Levi, internist, hoogleraar en tot enkele maanden geleden chief executive van de University College London Hospitals. In Engeland schoolden ze personeel bij. Afdelingsverpleegkundigen werden na een cursus van drie maanden op de intensive care geplaatst. "En hun plekken werden weer opgevuld door opgepluste verzorgenden en zorgassistenten. Je krijgt er mensen voor die extra scholing hebben gehad als het gaat om de behandeling van kritisch zieke patiënten. Dus als er verpleegkundigen zijn, neem dan het besluit die anders in te zetten. Want met anderhalf keer zoveel ic-bedden als nu is de discussie minder heftig dan momenteel het geval is. Want dat we weinig ic-bedden hebben, dat wisten we al.”
Maar Nederland zet in op kwaliteit. De opleiding tot ic-verpleegkundige duurt twee jaar. Ons land oogst dan wel internationaal bewondering voor de kwaliteit van de intensive care. "We hebben dit goed georganiseerd, kwalitatief goede mensen. De kansen om te overleven zijn in Nederland ook relatief hoog," aldus Girbes.