Het is een bekend fenomeen: de eerste nacht in je hotelkamer of tent lig je uren naar het plafond te staren. Hoe komt het dat je niet in slaap valt, terwijl je juist eindelijk alle tijd hebt om te ontspannen? Onder slaapwetenschappers wordt het het eerste-nacht-effect genoemd. Als ze onderzoek doen waarbij proefpersonen in het laboratorium moeten
slapen, tellen ze de eerste nacht vaak niet mee. Er is een eenvoudige evolutionaire verklaring voor: in de eerste nacht kennen we onze omgeving nog niet goed. Daardoor zijn we extra waakzaam. Ons brein blijft ongemerkt actiever om mogelijk gevaar te bespeuren, legt Gerard Kerkhof, emeritus hoogleraar psychofysiologie uit in de Volkskrant. Amerikaanse wetenschappers ontdekten vorig jaar dat mensen de eerste nacht half slapen: hun rechter hersenhelft valt in slaap, terwijl de linker helft veel actiever blijft. In de tweede nacht is dat verschil verdwenen. Kerkhof raadt aan om na de eerste nacht op
vakantie zonder wekker of telefoon te slapen om er zo achter te komen hoeveel slaap je nodig hebt. "Mensen met een
slaaptekort beseffen niet dat ze een slaaptekort hebben. Ze weten niet dat ze onder hun niveau presteren, dat ze minder kunnen hebben. Het is de moeite waard om dat op vakantie voor jezelf uit te zoeken."