Wie een middel tegen katers uitvindt, wordt een rijk man. Van geheimzinnige preparaten tot gebakken eieren, tot nu toe blijkt niets te helpen. Het enige redmiddel waar we nog vertrouwen in hadden, was het aloude glas
water, maar ook dat idee kunnen we naar het rijk der fabelen verwijzen. Onderzoek van de universiteit van Utrecht heeft aangetoond dat veel water
drinken na een stevig nachtje doorzakken de kater de volgende dag niet of nauwelijks verzacht. Dr. Joris Verster liet 826 studenten een vragenlijst invullen over hun laatste avond uit. Ze moesten aangeven hoeveel alcohol ze hadden gedronken, of ze daarna nog iets gegeten hadden of water hadden gedronken en hoe ze zich de dag erna voelden. Verster kon maar één conclusie trekken: "Iets eten of water drinken maakt weinig verschil uit de dag na het drinken. Er is een kleine statistische verbetering bij wie iets at of water dronk, hun katers waren ietsje minder erg, maar het verschil is niet significant." Wat dan wel helpt volgens de onderzoeker? Je raadt het al: "Wat we hebben kunnen leren uit alle onderzoeken tot dusver: de enige manier om een kater te vermijden is minder alcohol drinken."