Nijmeegse wetenschappers hebben goede hoop dat mensen met artrose in de toekomst kunnen worden geholpen met het plantenextract colchicine, een eeuwenoud middel tegen jicht. Uit eigen onderzoek maken ze op dat het mogelijk goed werkt en het is nog goedkoop ook.
Mensen met artrose, van wie het kraakbeen van een of meerdere gewrichten is beschadigd, zijn nu aangewezen op pijnstillers of vervanging van het gewricht in kwestie. Colchicine, dat al sinds de eerste eeuw na Christus gebruikt wordt tegen de ontsteking bij jicht, komt daar nu misschien bij, hopen ze in het Radboudumc en de Sint Maartenskliniek.
Met collega’s kwam hoogleraar cardiologie Jan Hein Cornel van het Radboudumc jaren geleden op het idee dat dit middel zou kunnen werken tegen hart- en vaatziekten, waarbij ontsteking ook een rol speelt. "En we hadden gelijk: in ons onderzoek bij ruim 5000 hart- en vaatpatiënten verminderde colchicine de kans op een hartinfarct, dotterbehandeling, bypass of beroerte met 30 procent.’' Reumatoloog Calin Popa van de Sint Maartenskliniek opperde dat het mogelijk ook kon helpen tegen artrose.
Oud medicijn
Daar lijkt het nu wel op. "Het aantal patiënten met een knie- of heupvervanging was in de groep behandeld met colchicine ruim 30 procent lager dan in de placebogroep. Omdat het zo’n oud medicijn is, weten we dat het veilig is. En de behandeling is makkelijk: eenmaal daags een tabletje, door de huisarts voorgeschreven", zegt Michelle Heijman, onderzoeker bij de Sint Maartenskliniek.
Er is nog wel nader onderzoek nodig om een en ander definitief wetenschappelijk vast te stellen en het middel aan patiënten aan te bieden. Zo’n 1,5 miljoen Nederlanders hebben volgens het Radboudumc last van artrose.