Dat zwaar drinken leidt tot geheugenproblemen en zelfs dementie is bekend, maar onderzoekers concluderen nu ook dat matig drinken schadelijk is voor de
hersenen. Onderzoekers van onder meer de universiteit van Oxford volgden de alcoholinname en cognitieve prestaties van 550 mannen en vrouwen gedurende dertig jaar. Aan het eind van de studie kregen de deelnemers een MRI-scan. De onderzoekers ontdekten dat degenen die meer hadden gedronken gedurende de periode vaker een gekrompen hippocampus hadden met een groter effect aan de rechterkant van de hersenen. Er is onder meer gecorrigeerd voor leeftijd, sekse en opleidingsniveau. Van de geheelonthouders had slechts 35 procent een kleinere hippocampus dan aan het begin van de studie. Bij degenen die tussen de 14 en 21 glazen per week
dronken was dat 65 procent. Van de deelnemers die wekelijks meer dan 30 eenheden namen, had 77 procent een gekrompen hippocampus. Ook de structuur van de witte stof in de hersenen was van een slechtere kwaliteit bij de mensen die meer dronken. Hoewel het onderzoek door gerenommeerde universiteiten is uitgevoerd, is er ook kritiek op de bevindingen. Aangezien het een observatiestudie was en deelnemers vaak geen objectief beeld hebben van hun drankgebruik is het moeilijk om vast te stellen of de hersenschade echt door de alcohol is ontstaan.