Wetenschappers van de Universiteit van Washington hebben een tijdlijn opgesteld met de voortekenen en voortgang van de ziekte van
Alzheimer nog voordat de eerste symptomen van de ziekte zich openbaren. Sommige voortekenen waren al aanwezig 25 jaar voordat de ziekte optrad. Het onderzoeksteam volgde mensen met een genetisch verhoogd risico op de ziekte. Zij hadden 50% kans om 1 van de 3 mutaties te erven die leiden tot een vroege vorm van Alzheimer, die meestal begint tussen de 30 en 40 jaar. De onderzoekers hielden ook rekening met de leeftijd waarop de ouders Alzheimer ontwikkelden. De deelnemers ondergingen een bloedtest, een lumbaalpunctie, een hersenscan en neuropsychologisch onderzoek. Door middel van de lumbaalpunctie wordt het hersenvocht onderzocht. Daarin wordt de eerste verandering waargenomen: een verhoogd niveau van het neuronale eiwit tau. Daarnaast beginnen sommige delen van de hersenen te krimpen. Vervolgens treden veranderingen op in het gebruik van glucose door de hersenen en lichte geheugenproblemen. Daarna kan het nog 10 jaar duren voor de eerste symptomen herkenbaar zijn.