Bijna alle Europese landen voerden begin maart een vergelijkbaar regime in om de corona-uitbraak te remmen. Die maatregelen kwamen er allemaal op neer dat zo min mogelijk mensen met elkaar in contact konden komen.
Er was één uitzondering: Zweden. Daar bleven de restaurants open, ging een groot deel van de kinderen naar school en bleven de grenzen open.
Eerst waren veel burgers in andere landen jaloers. Maar dat is voorbij. Ook de architect van het Zweedse beleid Anders Tegnell, zou willen dat het anders was gegaan. De Zweedse epidemioloog gaf voor de radio toe dat er te veel mensen zijn gestorven. "Als dezelfde ziekte nog een keer kwam, met precies wat we er vandaag van weten, dan denk ik dat we terecht zouden komen tussen wat Zweden deed en wat de rest van de wereld deed", zei Tegnell in het interview dat woensdagochtend werd uitgezonden. Vooral in zorginstellingen sterven nog altijd veel mensen.
De bekentenis van Tegnell is opvallend, omdat hij maandenlang kritiek heeft geuit op andere landen. Maar nu het dodental hoog blijft, ziet ook hij dat zijn aanpak mislukt is.
De centrumlinkse regering van Zweden zei maandag dat ze een commissie zou aanstellen om voor de zomer de aanpak van het land over het coronavirus te onderzoeken. De publieke opinie in Zweden keert zich ook tegen het beleid, zeker nu buurlanden Noorwegen en Denemarken vorige week hun grenzen voor elkaar openden, maar niet hun naaste buur.
Er zijn nu tien keer zoveel COVID-19-sterfgevallen in Zweden dan in Noorwegen per hoofd van de bevolking.
Volgens de
Worldometers zijn 443 per miljoen Zweden gestorven aan het virus, terwijl het virus 44 per miljoen Noren heeft gedood.