Goed nieuws voor kankerpatiënten: regelmatig bewegen en krachttraining kunnen het sterftecijfer met maar liefst 31 tot 46 procent verlagen. Dit blijkt uit onderzoek van de Edith Cowan University in Australië.
In een tijd waarin kanker wereldwijd toeneemt komt deze ontdekking als een welkome doorbraak. Het onderzoek toont aan dat zowel spierkracht als conditie een doorslaggevende rol spelen bij de overlevingskansen van kankerpatiënten, ongeacht het type kanker of stadium.
Vooral bij long- en spijsverteringskanker zijn de resultaten veelbelovend. Het opmerkelijke is dat ook patiënten die pas na hun diagnose beginnen met trainen nog steeds aanzienlijke gezondheidsvoordelen kunnen behalen.
De onderzoekers adviseren een combinatie van cardio- en krachttraining. Voor cardio denken ze aan stevig wandelen, hardlopen, zwemmen of fietsen. Dit zou 75 tot 150 minuten per week intensief moeten gebeuren, of 300 minuten op gematigd niveau. Voor de krachttraining raden ze ten minste twee sessies per week aan.
Het onderzoeksteam zegt dat artsen de conditie van kankerpatiënten standaard zouden moeten meten om overlevingskansen beter te kunnen inschatten. Ook pleiten ze voor persoonlijke trainingsschema's als onderdeel van de behandeling.
Deze bevindingen sluiten aan bij eerder onderzoek waaruit bleek dat een goede conditie bij gezonde volwassenen het algemene sterftecijfer met 21 procent verlaagt. Bij hart- en vaatziekten daalt het risico met 15 procent en bij chronische longziekten zelfs met 27 procent.
Bron: Eurekalert