Iedereen droomt, maar hoeveel je je daarvan herinnert, verschilt per persoon en per nacht. "Maar dat je droomt, is een goed ding."
"Zo geven je hersenen al wat ze nog te verwerken hebben een plaats en stomen ze zich klaar om weer fris aan de dag te beginnen", legt slaapexpert Inge Declercq uit
bij HLN. "Als je je dromen herinnert, kan dat dus een teken zijn dat je brein een goed herstelvermogen heeft.”
Het zou ook betekenen dat je slaapkwaliteit goed is. “Er zijn studies die aantonen dat je beter geslapen hebt als je je dromen herinnert. En dat je de dag daarop ook creatiever zal zijn”, aldus Declercq.
Al zijn er ook studies die het tegendeel beweren. “Dat het juist een teken kan zijn van onderbroken slaap, als je je dromen herinnert. Stel dat de kat in huis je ’s nachts een paar keer kort uit je remslaap haalde. Je herinnert je dan je dromen, maar na zo’n gefragmenteerde slaap ontwaak je natuurlijk minder uitgerust.”
Te levendige dromen kunnen ook een teken zijn van stress. “Als je gedurende de dag veel prikkels opvangt of emotioneel heel gevoelig bent, kan het dat je brein ’s nachts ook nog overprikkeld is en veel te verwerken heeft. Dat zou voor intensere dromen kunnen zorgen of meer onderbroken remslaap. En in de ergere gevallen dan nachtmerries of slapeloosheid.”
Droom je meer dan anders dan kan het zijn dat je de nachten ervoor tekort geslapen hebt. “Dat zien we bijvoorbeeld bij mensen die te vroeg moesten opstaan en zo een stuk remslaap misliepen”, zegt Declercq. “De volgende nacht belanden zij vaak sneller in de eerste remslaap. Het kan dat je nadien het gevoel hebt dat je meer droomde dan anders.”